Zaterdag 24 juli: Verona
Gefietst: 0 km (totaal 336,3)
Weer: Warm, zon en bewolking

We blijven even liggen want de douche is toch pas om 7.00 uur warm. Eigenlijk zijn de douches en de toiletten een gribus zooi, maar het past op deze manier wel bij de camping. Op het terras doen we een ontbijtje. De Fransman is er ook weer en doet een tweede poging voor zijn ‘amour’. Grote kans dat het vandaag wel lukt.

Tegen 8 uur gaan we naar Verona. Te voet lijkt het veel korter dan met de fiets omdat we via een trap naar beneden kunnen. Ook herkennen we nu de toren (of het bastion), waar wij in kamperen, als we omhoog kijken.

Via de Ponte Pietra, een brug uit de Romeinse tijd, lopen we de stad in. Het is een prachtige brug. Een brug zoals een Italiaanse brug in een Italiaanse stad zou moeten zijn. Helemaal goed en het is een voorproefje van wat we nog meer in de stad te zien krijgen. Want Verona is prachtig, in mijn ogen zelfs nog mooier dan Florence. De stad geeft het gevoel iets kleiner en iets ‘dorpser’ te zijn en daardoor is het wat overzichtelijker en gezelliger.

De eerste kerk die op onze route ligt is de Santa Anastasia. Daar kopen we voor €10,= pp een Verona card waarmee we een aantal verschillende historische gebouwen in kunnen. De kerk zelf ziet er van buiten niet zo mooi uit. Maar wat van de buitenkant mist, hebben ze binnenin ruimschoots goed gemaakt. Het ene mooie fresco na het andere. Het is allemaal pracht en praal. Een fresco waar ik erg onder de indruk van ben is Pisanello’s ‘Het vertrek van St. Joris’. Onooglijk boven in de hoek is het geschilderd. Beneden staat een scherm met een stukje documentaire die uitleg geeft over het fresco. Prachtig zoals hij de mensen weergeeft met alle details.

Daarna gaan we door naar de andere kant van de stad omdat we de arena willen zien. Het is de maand van de opera en die worden vanaf 14.00 in de arena opgevoerd. Dan kun je er niet meer in. Onderweg scoren we nog even een snelle koffie op een terras. Bij de arena staat een rij en wij denken dat we zo kunnen doorlopen omdat we een Verona card hebben. Helaas werkt het niet zo, je moet nog steeds een kaartje halen aan het loket maar het voordeel is dat we nu wel de hele rij voorbij zijn.

De arena valt wat tegen. Misschien omdat hij nu verbouwd is voor de opera en er overal plastic stoeltjes geplaatst zijn. Als je daar doorheen weet te kijken dan zie je toch een goed geconserveerd gebouw. `We dwalen wat door de gangen maar zijn al vrij snel uitgekeken.

De volgende op de lijst is de Chiessa di San Fermio Maggiori. Deze heeft mooie deuren aan de buitenkant en de binnenkant is ook weer prachtig. Wat een geld moet hierin gestopt zijn door voornamelijk Jan-met-de-pet. En allemaal om een paar relikwieën van twee heiligen te bewaren. Maar er is genoeg te zien om toch een half uurtje bezig te blijven.

Genoeg kerken voor nu. We willen wat meer van de stad zien. Daar snellen we nu steeds langs heen en dat is jammer. We gaan op weg naar het centrale plein, de piazza Erbe waar ook de Torre dei Lamberti te zien is. Maar ook nu redden we het niet in één keer. We komen langs het huis van Julia en als een huisvrouw naar de najaarsuitverkoop worden we hier naar binnen getrokken.

Julia heeft niet echt bestaan. Het is verhaal wat door Shakespeare bedacht is en in Verona speelt. Om de toeristen voor de gek te houden hebben ze hier een zogenaamd huis van Julia uitgekozen. De meerdere verdiepingen van het gebouw met vele balkonnetjes zijn voornamelijk leeg. Ze hebben wat informatie van het toneelstuk verzameld, er hangen wat plaatjes en gedichten. Je kunt ook naar Julia schrijven en dat wordt allemaal beantwoordt. Van Romeo heeft nooit meer iemand gehoord.

 Het is ontzettend druk hier. De omgeving straalt de romantiek uit en daardoor aangestoken neem ik Saskia op een balkon. Op de foto dus. Of dacht je wat anders?  In een hal kun je je naam op de muur schrijven en dat doen we dan ook prompt. Ook hier moet je weer een kaartje kopen ondanks dat je met de Verona card zo naar binnen mag. We kijken wat rond maar eigenlijk voelt het als een grote neppert. Het kijken naar de mensen maakt het nog wat aantrekkelijk. Buiten staat het beeld van Julia met de gepolijste rechterborst. Wie die aanraakt zal geluk in de liefde vinden. Goede smoes. Meestal krijg ik een warme wang als ik dat doe en dan helpen smoesjes niet meer.

Het is inmiddels al na twaalven en we hebben honger. Bij een restaurant nemen we voor €7,50 de daghap. Dat lijkt onwaarschijnlijk weinig voor een water of wijn, een bord pasta en een koffie maar de porties zijn ook onwaarschijnlijk klein. Saskia voorziet dit perfect en neemt een extra salade. Bij het afrekenen worden we ook weer onwaarschijnlijk afgezet maar gelukkig letten we goed op.

De stad is gewoon ‘gezellig’ om rond te lopen. Mooie oude gebouwen, leuke marktpleintjes en een goede sfeer. De Torre dei Lamberti beklimmen we ook nog. Waarom? Gewoon omdat het gratis kan met onze Verona card. We passeren 368 treden en worden getrakteerd op een mooi uitzicht.  We slenteren nog wat door de stad, kopen een beker vers fruit en eindigen bij de Duomo. Het is wederom een mooie kerk maar we hebben inmiddels meer kerk interieur gezien dan Lange Pieter de kroeg in Baflo en zijn snel uitgekeken. Via de Ponte Pietro lopen we tegen drieën terug naar de camping. Alle winkels zijn dicht en we hebben nog eten voor vanavond nodig. Dan later maar wat bij de kampwinkel halen.



Op de camping nestelen we ons met een fles Lambrusco en een boek op het terras. Nootjes erbij maken de heilige drie eenheid vol. Tegen vijven ga ik wat te eten kopen in de kampwinkel. Deze is bij de receptie en het is druk daar. Een dame met priemende ogen moet én de receptie én de winkel doen. Ik geef aan dat ik, ondanks de drukte van de nieuwe gasten, wat uit de winkel nodig heb. ‘Si, si, una momento’ sist ze me toe. Tijdens het wachten hoor ik van inschrijvende mensen dat er ook een winkel in de buurt moet zitten met veel meer keus. Op dat moment rukt Eucalipta zich los van het inschrijven en richt zich op mij. Ik ben een beetje bang van haar. Ze kijkt me aan als een python en ik ben de muis. Ik stamel dat ik eigenlijk niks meer nodig heb omdat er een winkel in de buurt is. ‘Fine!’ roept ze en met een verachtelijke blik draait ze zich om. Ik informeer waar de winkel is en die blijkt op ongeveer een half uur lopen in de stad te zijn. Na twee flessen Lambrusco heb ik daar geen zin meer. Om wat in de winkel te kopen durf ik ook niet meer want dan moet ik haar weer aanspreken. Ik ga terug naar de tent en stuur Saskia. Die kent ze nog niet. Zij weet gelukkig de ingrediënten voor het eten te kopen en zo verhongeren we niet. In onze keuken maken we een maaltijd en daarna een koffie. En nog een koffie. De rest van de avond brengen we in gepaste rust door, langzaam bijkomend van de Lambrusco. Morgen weer op de fiets. We hebben dan een afspraak met Fokko en Tineke in Rovereto.

Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna bladeren met de pijtjestoetsen

             
             
             
Vorige dag Overzicht Volgende dag