Dinsdag 4 augustus: Van Brugge naar Vrouwenpolder

Dat mooie weer kon natuurlijk niet blijven. Vannacht werden we afgestraft met een verschrikkelijk onweer. We lagen te schudden in bed van de donderslagen en door de opspattende modder ziet de tent er niet uit. Lichtpuntje is dat het ’s ochtends wel droog is en in de loop van de dag klaart het weer op.

We vinden het een fijne camping bij Brugge. Moderne faciliteiten waaronder internet en opladen. En op loopafstand van de stad (maar wij gingen wel op de fiets). Het enige nadeel is het kleine plekje en het feit dat je zo dicht op elkaar zit. Dat gebrek aan privacy doet wat met de omgang. Die wordt volgens mij wat afstandelijker. Toch zou ik hier zo weer heen gaan als ik naar Brugge wil.

Onder grijze luchten verlaten we de stad en volgen de Damse vaart. Napoleon is ooit begonnen met deze uit te graven. Niet zelf natuurlijk, hij gaf de opdracht. Met weinig wind en de hoge bomen langs het kanaal geeft het een mooi uitzicht.

Na Damme en Hoeke komen we bij Sluis weer ongemerkt Nederland in. Worden de grenzen niet meer aangegeven? Worden de borden gestolen of zo? Nu moet ik aan mijn telefoon zien dat we weer in Nederland zijn. Maar los daarvan voelt het goed om weer ’thuis’ te zijn.  In Sluis gaan we op zoek naar een bakker en verbazen ons over de hoeveelheid winkels die dit dorp heeft. En maar één bakker.

In Retranchement wanen we ons nog even in Frankrijk. Wat wil je anders met zo’n naam? Het is een vestingdorp. Ooit waren hier twee forten. Nu allemaal weg. Wat er nog wel staat is de Retranchementse molen van het type standaard. En de standaard slaat dan op de voet waarop hij kan draaien.

Nu fietsen we al dagen de Noordzee route, maar de zee hebben we nog nauwelijks gezien. Bij Cadzand gebeurt dat eindelijk en we kunnen zelfs stukken langs het strand fietsen. Vuurtorens zijn altijd plus één voor mij en het strand, de vuurtoren van Nieuwsluis en Mevr. vd Veeke in één foto maakt het plaatje compleet.

Bij Breskens verlaten we Zeeuws-Vlaanderen om over te steken naar Walcheren. Het is het enige dagelijks varende veer over de Westerschelde. Toen de tunnel klaar was, zijn de anderen opgedoekt. Onder andere Kruiningen-Perkpolder. Dat was voor mij een bekende kreet van de radio omdat ze altijd omriepen wanneer hij niet voer.

Het veer is anders dan ik verwacht. Ik had gedacht met een soort pont over te steken, maar het lijkt meer op de veerboot naar een van de Waddeneilanden. Je moet eerst binnen een kaartje kopen (€4 enkele reis met fiets) tussen gestreste mensen en voordringende bejaarden. Het veer vaart twee keer per uur en er is voldoende ruimte voor de fietsen. Binnen zijn comfortabele stoelen en in 20 minuten ben je over.

In Vlissingen is het gezellig. Er is kermis en volgens oude traditie wordt er ringsteken gedaan. Volgens mij zijn het profi’s want er wordt geen ring gemist. Toch leuk om te zien. We brengen nog even een groet aan het beeld van Michiel de Ruyter die hier geboren is.

Walcheren ronden we aan de westkant. De wind is inmiddels behoorlijk opgestoken en de eerste helft hebben we hem flink tegen. We beginnen vlak langs de kust en met zo’n harde woei is het best bikkelen. Gelukkig lopen delen van de route door het bos. Dat fietst iets gemakkelijker.

Was het vanmorgen nog hartstikke rustig aan de kust, nu lijkt het of iedereen uitgelopen is. En wat ze in 40-45 niet lukte, lukt nu wel. Je waant je haast in Duitsland, zoveel Duitsers zijn er in Zeeland. Het is het enige wat je om je heen hoort. Vooral Zoutelande is in trek. Het heeft stranden die op het zuiden zijn georiënteerd. Het wordt wel de Zeeuwse Rivièra genoemd en daarom wil iedereen hier heen.

Bij Westkapelle komt ons keerpunt met de wind. Vanaf hier fietsen we naar het noord-oosten en hebben we hem fors in de rug. Door mooi asfalt halen we, voor ons, onrealistische snelheden van boven de 35 km/uur. De vuurtoren van Westkapelle is bijzonder. In de 19e eeuw is hij op de kerktoren geplaatst en daarna is de kerk afgebrand. Nu is het dus een kerktoren met een lamp erop. Iets verderop staat nog een prachtige rood-witte vuurtoren. Het is een feest voor de ogen hier.

In Domburg is het helemaal een gekkenhuis. We zijn het niet meer gewend om zoveel volk op de been te zien. We slalommen om de mensen heen naar de super. Voor het avondeten halen we ingrediënten voor een chili. Daarna gaan we door naar Vrouwenpolder. Het stikt hier van de grote campings, dus ik heb de voorkeur voor een mini-camping. Bij de Schorre lijkt het eerst vol, want er worden mensen weggestuurd. Maar voor twee fietsers is er nog plaats op het tentenveldje. De campingbazin vertelt dat dit met de vergunning te maken heeft. Ze heeft vergunning voor 25 maar plaats voor meer. Daarom stuurt ze soms mensen weg terwijl er plekken leeg staan. Maar voor het tentenveldje én het feit dat we maar een nacht blijven kan ze uitzonderingen maken. We zijn er blij mee. Het is heerlijk om weer op een Nederlandse camping te staan, waar je de haringen gewoon in de grond drukt.

In de avondzon koken we ons potje. We hoeven niet meer te wassen. Overmorgen hopen we thuis te komen en dan mag alles vies zijn. De wind schudt aan de tent maar wij liggen weer lekker warm en rustig vannacht.

Getallen van de dag
Aantal kilometers: 77,6 (totaal 1522)
Afstand tot Baflo: 279 kilometer (hemelsbreed)
Aantal hoogtemeters: 228

kaart-26a

 

0 gedachten over “Dinsdag 4 augustus: Van Brugge naar Vrouwenpolder

    • hansvanderveeke zegt:

      Omdat ik dat niet weet Benny. Maar jij volgens mij wel, dus het staat je vrij om me aan te vullen. Iets wat Gert L. vroeger ook vaak deed.

Leuk als je reageert