Voor het eerst weer een keertje uitgeslapen
omdat we weer eens op een gewoon matras liggen. Het is hier heerlijk
stil en ons ‘eigen’ hutje voelt goed. We gaan nu een paar daagjes
vakantie aan het vieren bij Sylvia en Tapani.
De meeste Finnen hebben een mökki
(vakantiehuisje). Deze varieert van een simpele blokhut tot een
complete villa. Vaak staan ze aan het water, maar soms ergens in het
bos, in het binnenland. Sylvia en Tapani hebben een deel van een
eiland hier in het merengebied in bezit en daarop hebben ze een
prachtige blokhut gezet. Met uitzicht op het water, tussen de bossen
en behoorlijk verlaten. Het is een stukje paradijs op aarde.
De blokhut heeft natuurlijk een (houtgestookte) sauna, die elke dag
aan gaat. Om af te koelen, loop je de steiger af en neemt een duik
in het meer. Aan de steiger ligt een boot, want je doet hier veel
boodschappen en bezoekjes met de boot. Overigens moet je hier goed
kunnen navigeren. De weg vinden is al een crime, en overal liggen
stenen net onder het water oppervlak.
Voor de gasten hebben ze een kleinere blokhut gebouwd, iets verder
in het bos. Dit is een ruimte met een bed, een tafel en stoelen. En
een prachtige veranda waarop je kunt zitten en naar het meer kunt
kijken.
Tenslotte is er nog een 'kota'. Dat is een huisje met een vuurplaats
in het midden, waar je worstjes of (zelf gevangen) vis grilt en
gezellig met elkaar kletst. Of geniet van de stilte en staren in het
vuur.
Het huisje is volledige self-supporting. Er is een put geslagen voor
het drinkwater. De stroom komt van zonnepanelen, die op de pier
staan. Alles wordt met hout gestookt; kachel, sauna, warm water.
Alleen het koken gebeurt op gas.
Als toilet staat er een 'huusi'. Dit is een huisje (of poepdoos)
waar de grote boodschap gecomposteerd wordt tot vruchtbare grond.
Met een beetje turf gaat de geur weg en na een tijdje is er weinig
meer van over.
Maar het mooiste is (voor de mannen) dat je om te plassen gewoon het
bos in gaat en een boom uitkiest. Of je gaat naar de waterkant en
kijkt hoe ver je kunt komen met de straal. Is trouwens bedroevend
weinig. Vroeger (vroegûh) was dat enkele meters. Tegenwoordig ben ik
blij als ik mijn voeten droog houd.
Kortom, een fantastische plek om te zijn. De rust en de ruimte. Het
uitzicht en de stilte. En door Sylvia en Tapani worden we hier
zodanig gepamperd dat het voor ons een dependance van het paradijs
is.

We blijven hier een paar dagen en gedurende die tijd doen we lekker
rustig aan. We vullen de tijd met lang ontbijten, gezellig kletsen,
met het bootje weggaan, eten, wassen, een spel dat mölki heet,
sauna, eten, kaarten, dutje doen in de hangmat, schoenen poetsen,
fiets onderhouden, eten, stukje met de kano varen, worstjes en vis
grillen in de kota en die opeten, sauna, etc.
De meeste tijd is het mooi weer en de dag vliegt voorbij. We brengen
nog een bezoekje aan de andere broer van Tapani, die in de buurt ook
een mökki heeft gehuurd. Het schijnt een drama te zijn en dat willen
we dan wel eens zien. Het blijkt een mooie afgelegen plek te zijn,
maar het huisje is inderdaad een vieze bende. Ze besluiten dan ook
weg te gaan. Later weten ze wel een mooi huisje te regelen.
Daarna gaan we even kijken in Sulkave, het
dichtstbijzijnde stadje. Het heeft een supermarkt en een winkel van
Sinkel. Sulkava is bekend om zijn jaarlijkse roeiboot races. We
lopen er even rond maar op dit moment is er maar weinig te doen.
Terug bij de mökki komen we Tapani’s derde broer Johanna tegen. Hij
komt even met zijn vrouw langs. De sauna wordt opgestookt en we
kruipen weer in de kota om te eten, te drinken en te kletsen. Dit is
een leven waar ik aan zou kunnen wennen. Daarom besluiten we morgen
maar weer op de fiets te stappen en verder te gaan.
Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna
bladeren met de pijtjestoetsen