Gisteren hebben we wat op de kaart zitten kijken. We zijn
fysiek wel van de route afgeweken, maar mentaal zijn we er nog niet aan toe. We
kunnen de oude route weer oppakken bij Lahti. Dat is meer dan 100 km en dan hebben we nog
steeds het overnachtingprobleem. Plus dat we dan in het stedelijke gebied
zitten. Dat willen we niet. We kunnen ook schuin naar beneden doorsteken. Via
plaatsen als Jaala en Iitti. Ook daar zijn geen overnachtingsmogelijkheden maar
de omgeving is minder stedelijk. We geven ons een keertje over aan het lot en
kiezen voor deze route.
Als we opstaan verkeert de camping nog in diepe rust. De
meeste Finnen zijn aan het bijkomen. Van de drank en van de vermoeide voeten. We
zien niemand bij de douche. Niemand tijdens het ontbijt. En niemand bij het
wegrijden om negen uur. De lucht is grijs en dreigend. Kan nog alle kanten
opgaan vandaag. De wegen zijn leeg. Het is zondagochtend. In de bossen zien we
een verlaten wandelaar of bessenplukker. De Siwa op een splitsing is zelfs op
zondag open. We zijn de enige klanten en schaffen wat lunch spulletjes aan. En
een flesje drinkyoghurt.
De gehele dag blijft het rustig. We fietsen door een
landschap met bossen. En nog steeds veel water. Maar langzaam verandert het
landschap ook. Het wordt iets lieflijker. Meer gecultiveerd en meer zoals in
Zweden. Hoe meer we naar het zuiden komen, des te meer het zo wordt.
Saskia heeft het moeilijk. Gisteren, aan het einde van de dag, was ze al moe.
Deze vermoeidheid zit nog steeds in de benen. Het gaat langzaam. Te langzaam
naar mijn smaak. Ik wordt daar ongeduldig en kribbig van. En de onzekerheid van
de overnachting, die we nog niet hebben, maakt me extra geprikkeld. Ik plan
altijd alles en kan moeilijk omgaan met deze onzekerheden.
Tijdens koffietijd is het prachtig weer. We drinken koffie in de zon. Ook de
lunch in Kinola is in de zon aan een steiger. Het restaurant aan de overkant was
gesloten maar dit is eigenlijk veel mooier. We kijken naar het stromende water
en knabbelen aan een broodje. Saskia doet de ogen even dicht. Ik maak me zorgen.
Een stukje voor Kausala zien we een camping. We fietsen
erheen. Twee mensen in fluorescerende hesjes zien ons aankomen. Ik zie langzaam
de paniek in hun ogen verschijnen. O jee, twee fietser. Wat moeten we
daarmee?. We mogen niet op deze camping staan. Dit is alleen voor caravans en
campers. We voelen ons gediscrimineerd en druipen af. Verder maar weer.
In Kausala vragen we bij de supermarkt. Die weten niets in de buurt. Buiten
vraag ik een taxi chauffeur. Hij weet wel wat maar dan moeten we vijf kilometer
terugfietsen. Dat is tegen onze principes en dat doen we niet. We bestuderen de
kaart nog maar eens. Op de kaart staat een symbool van een bed een paar
kilometer verderop. Volgens de kassajuffrouw is het een religieus
opleidingscentrum. We besluiten dat te proberen. Desnoods laten we ons bekeren.
In de buurt is ook nog een uimarante. Die kunnen we als alternatief achter de
hand houden.
Het opleidingscentrum is een groot complex. Het wordt
gerepresenteerd door een prachtig gebouw wat van de weg af te zien is. Het
complex bevat meerdere gebouwen en een aantal sappige grasveldjes ertussen.
Mooier dan de veldjes die we tot nu toe hebben gehad. Het lijkt allemaal
gesloten maar op een gegeven moment vind ik een deur die open is. Ik loop door
lege gangen en kan niemand vinden. Opeens komt Forrest Gump uit een gangetjes.
Hij schrikt als hij mij ziet en kruipt weg achter een pilaar. Puur
struisvogelgedrag. Hij denkt als hij mij niet ziet, ik vanzelf wel weg ga. Maar
dat lukt niet. Saskia is moe en ik ben wanhopig. En stap ook achter de pilaar.
Hij spreekt gebrekkig Engels. Ik leg uit dat we en kamer willen. Wij wil
vervolgens weten welke cursus we geboekt hebben. Dat hebben we natuurlijk niet.
We willen alleen overnachten. Dat kan niet. Dan is er geen kamer. Ik vraag of we
mogen kamperen. Nog meer stress en hij begint wanhopig in papieren te rommelen.
Dat duurt even. Na een paar minuten roept hij five euro. Ik begrijp het eerst
niet maar dat kost het kamperen. Prima. Wij zijn blij. We mogen in de sauna
douchen en gebruik maken van het toilet.
Buiten zoeken we een plekje met een mooi uitzicht.
Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen. We hebben een erg mooi plekje, geen
buren en de faciliteiten voor onszelf. Hierop proosten we in de zon met een
cider en bier. Mag dat hier eigenlijk wel?
Op de trap koken we ons potje. Hier vangen we de laatste zonnestralen nog op.
Ondertussen arriveren de echte cursisten. Ze kijken wat vreemd naar ons tentje.
Het blijkt een zangcursus te zijn die morgen begint. Ik vermoed psalmen. De
gemiddelde leeftijd is hoog.
Na de koffie lopen we nog even naar het meertje verderop. Daar is ook de
uimaranta waar we ook prima hadden kunnen kamperen. Als we terugkomen is de deur
op slot en moeten we in de tuin plassen. Het zij zo. We slapen er niet minder
om.
Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna
bladeren met de pijtjestoetsen