Dinsdag 23 juli : De niet genomen weg
Traject : Bude - Padstow (74 km – totaal 923 km)
Overnachting : Dennis Cove (£ 15 + 3x0,40)

Learn to ride a bicycle. You will not regret it if you live.
— Mark Twain

Ondanks slechte voorspellingen is het droog gebleven. Ze hadden storm, onweer en regen voorspeld, maar geen van drieën is langs geweest. Als we opstaan, is de lucht grijs. Meer donkergrijs dan lichtgrijs. Voor het eerst sin ds Harwich vertrek ik met de jas aan.
Vanuit Bude hebben we eerst nog een stukje langs de kust. We zien spectaculaire kliffen en witte strandjes. De weg gaat op en neer en ik voel de zweetdruppels al in de bilnaad.
In Widemouth Bay gaan we even naar het strand. Er is een behoorlijke branding en de eerste surfers zitten al in het water. Wij willen ook even met de voeten in de Atlantische oceaan staan, dus de schoenen gaan uit en even later spoelt de oceaan om ons heen. Been there, done that!

De route gaat verder langs de kust. We gaan eerst met 30% naar beneden. Dat betekent haast alleen maar in de remmen knijpen. Beneden aangekomen hebben we de eerste drie streepjes te pakken, in het boekje zeer steil en in de buitencategorie ingedeeld.
Hij is ook 30% en als ik beneden er tegenaan kijk, zakt de moed me al in de schoenen. Ik snap niet hoe ze dit soort wegen asfalteren. Het asfalt moet er toch gewoon van af vallen? Ik probeer niet eens te fietsen en ga meteen maar lopen. Bijna een kilometer lang en daarbij de fiets en de 25 kilo bagage duwend. Boven gekomen lijkt het alsof ik een uur in de zomer hardgelopen heb. Compleet doorweekt. Saskia ziet er al niet beter uit.

Een paar kilometer verderop is het onderwerp van discussie van de laatste dagen; gaan we via de beschreven route langs de kust of via fietsroute 3?
Volgens het boekje is de kustroute ’mooi’ maar heeft hij ook nog drie klimmen zoals we zojuist gehad hebben, Waarvan één wel 2200 meter lang is. De route 3 is minder mooi, hij noemt hem zelfs saai, maar ook minder zwaar. Ook klimmend, maar dan geleidelijk. Als de kustroute ook langs de kust had gelopen, dan was het een pré geweest, maar hij loopt grotendeels door het binnenland. Dat, en de helling die we net hebben mogen proeven geven de doorslag. Volgens Loes hebben we last van het syndroom van F. en hiermee bedoel ik niet het veel gebruikte Engelse woord van vier letters beginnend met een F. in dit geval is F. een vriend die hier ook gefietst heeft en zo gallig werd van de nutteloze klimmen, dan hij weer naar huis is gegaan. Afijn , de kustroute wordt de niet genomen weg van deze vakantie.

De saaiheid valt mee. Het zijn weer single-track wegen met hoge heggen. Via route 3 klimmen we langzaam naar de 300 meter waarop de Bodmin Moor ligt. Het is het dak van Cornwall. Bekend van ’The beast of Bodmin’ (soort Nessie maar dan in een kat-achtige variant) en de ’Jamaica Inn’ (bekend van het gelijknamige boek van Daphe du Maurier). We zien beide niet, maar ervaren wel de leegte en de desolaatheid. We fietsen slechts over de randen van de moor langs een verlaten militaire basis en over een oud vliegveld. ’Pas op voor vliegtuigen’ staat er nog. Nu loopt het vee hier los rond, binnen gehouden door ’cattle grids’ en hekwerken. Als echte Groningers houden wij wel van dit open en weidse.
Maar deze is in de ruige variant met veel stenen muurtjes. De grijsheid is uit de lucht verdwenen en we fietsen regelmatig in de zon. Af en toe valt er een drup, maar het mag geen naam hebben. Door het open landschap krijgen we weemoed naar een vlakke weg. Onze wensen worden verhoord want na een lange afdaling komen we bij de ’Camel trail’.

Deze is niet vernoemd naar een experiment met kamelen als alternatief voor goederenvervoer via de trein en over het water. Maar hij loopt langs het riviertje de Camel. Ook hier weer een heerlijk vlakke spoorlijn omgebouwd tot fietspad dat mooi tussen de bossen en langs de rivier ligt. Zonder stijgingen trappen we makkelijk boven de 20 km/uur. Hij is erg populair voor een fietstochtje. Er zijn diverse fietsverhuur bedrijven en ze verhuren aan iedereen. Hierdoor krijg je een fietspad bevolkt met mensen die in 20 jaar niet op de fiets hebben gezeten, die slingerend van links naar rechts gaan en niet weten aan welke kant ze moeten gaan rijden als er gebeld wordt. Maar met souplesse navigeren we hier doorheen. Bodmin laten we links liggen. In Wadebridge doen we boodschappen en voor we het weten fietsen we via de riviermonding van de Camel Padstow binnen. We zoeken de camping op waar Loes al staat. Vandaag heeft ze ons ongemerkt weer ingehaald. We betalen £ 15 (en 0,40 per douche) voor de camping en daarvoor kunnen op een groot scheef veld staan. Het voordeel van een klein tentje is dat je altijd wel een vlak stukje vindt. Voor ons ligt die in de uiterste hoek zodat je brood mee moet nemen als je onderweg gaat naar de wc.

Het eten bestaat deze keer uit een salade en brood met knakworst. Tijdens het eten moeten we nog even binnen schuilen voor de regen. Daarna lopen we naar Padstow. Het heeft een mooi haventje maar is vooral bekend van de tv-kok Rick Stein. De man heeft hier monopolie gespeeld en bezit het halve dorp. Je kunt geen kant opkijken of de naam Stein staat op een winkelpui. Daarom noemen ze het dorp ook wel Padstein. Het is er druk met toeristen.
Ze staan in de rij voor de fish and chips van Stein. Bij een ijs-salon (waarom heet dit eigenlijk salon? Net als een kapsalon?) waar ze koffie en wifi hebben gaan we even zitten. Tijdens de koffie kunnen de reisverslagen even geplaatst worden. Daarna nemen we nog een ijsco en bekijken het dorp. Het is wel mooi geweest zo. We lopen terug en kruipen in de slaapzak.

Klik op een foto hieronder om hem groter te zien. Je kunt daarna bladeren met de pijtjestoetsen

               
               
Vorige dag> Overzicht Volgende dag